APP 521-configuratie
Voor informatie over de verbinding tussen het apparaat en de gateway, zie Speciale apparaatverbinding.
De communicatiemodule moet op het bedieningspaneel worden geïnstalleerd. Zie voor meer informatie de gebruikershandleiding van deAPP 521 .
- Ga naar parameter 16,Toon meer menu's.
- Klik op Ja.
- Ga naar het menuInstellingen>Communicatie 13_.
- Stel de communicatieparameters in.
Paremeter submenu | Parameternaam | Instelling |
15_1 | Installatienummer | 1-247 |
15_10 | Communicatie COM1 | RS232 FDX |
15_13 | Snelheid COM1 | 1200-115200 bps |
15_14 | Pariteit COM1 | Even |
15_15 | Protocol COM1 | Modbus vaste lijn |
5. Druk op OK